Beste leden van de gemeenteraad, fijn om hier in Weesp te zijn en u toe te mogen spreken zelfs al voordat we officieel hier in uw stad wonen.

Vandaag ben ik hier voor u om aandacht te vragen voor een urgent probleem. In Weesp zijn de wachtlijsten voor kinderopvang schrikbarend opgelopen. Wellicht vraagt u zich af waarom ik me vanavond tot uw raad wend? Kinderopvang is ten slotte geen overheidstaak, zullen sommige zeggen. Uit de recente publicaties in lokale media kan ik opmaken dat de wethouder in ieder geval die mening deelt. Ik citeer uit Weespernieuws van 20 februari wethouder Heijstee: “probleem is dat gemeente niet verantwoordelijk is voor kinderopvang, want dat is immers een commerciële activiteit”.

Het zal u niet verbazen gezien mijn aanwezigheid vanavond dat Ik van mening verschil met de wethouder. Ik geloof dat een van de belangrijkste taken van een betrokken, lokale overheid is om de samenleving te plannen, waar mógelijk. In tegenstelling tot de verschillende taken in het sociaal domein heeft gebiedsontwikkeling & herprofilering van de openbare ruimte juist een zeer planbaar karakter.

De ontwikkeling in de Bloemendalerpolder kan uw raad en college ook niet zijn ontgaan. Dit was een inspanning waaraan door verschillende colleges in uiteenlopende politieke samenstellingen is gewerkt. Dit is overigens een thema wat politieke kleur overstijgt, het krijgen van kinderen kan elke politieke achterban overkomen.

Wat dan overblijft is het beeld dat er 5000 tot 6000 inwoners worden toegevoegd aan een bevolking van 19.000, zonder beleid op de ontwikkeling van voorzieningen. Mijns inziens een kwalijke zaak die met regie vanuit uw gemeente voorkomen had kunnen worden.

Welke acties zijn er dan vanuit de markt? Afgelopen periode heb ik gesproken met verschillende KDV’s. Als het goed is heeft u de uitkomsten van die gesprekken vandaag via de griffie ontvangen. Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was na deze gesprekken. De ondernemers die ik gesproken heb zijn zeer betrokken en zijn lang bezig met dit vraagstuk. Er zijn voldoende financiële middelen, maar helaas zijn er te weinig locaties beschikbaar waar de gewenste uitbreiding plaats kan vinden. Daarnaast hebben veel medewerkers na de vorige crisis de sector verlaten, die schaarste in combinatie met de recente wet Innovatie & Kwaliteit Kinderopvang zorgt voor veel druk op de inzet van bestaande pedagogisch medewerkers.

Nu kom ik tot de kern van mijn betoog, ik geloof namelijk dat de gemeente hierin een rol kan vervullen. Als u het mij toestaat deel ik niet alleen mijn zorgen met uw maar ook een aantal suggesties en ideeën.

  1. De gemeente kan bij uitstek een rol vervullen tussen vastgoedeigenaren en KDV ondernemers om elkaar te vinden. Daarnaast zou de gemeente kunnen onderzoeken of oude kazernes, kerken of politiekantoren beschikbaar zijn voor om en verbouw. De ondernemers stappen graag in.
  2. Wanneer er kansen zijn om uit te breiden of om te verhuizen zou het de gemeente sieren om met volle aandacht ervoor te zorgen dat geen plaatsen verloren gaan voor Weesp. Wellicht iets meer prioriteit op dit dossier in uw ambtelijke organisatie?
  3. De wet IKK is een belangrijk instrument bij het verder verhogen van de kwaliteit. Helaas zorgt het op de korte termijn ook voor een acute afname van beschikbare plaatsen voor onze kinderen. Veel overheidstaken worden gecontroleerd en gereguleerd, zo ook de IKK. De GGD is hoeder en controleur van de kwaliteit en rapporteert vervolgens aan u als handhaver. In Nederland bestaat voor verschillende overheden de mogelijkheid om af te wijken van wet en regelgeving indien er een dwingende reden is. Het huidige tekort zou als dusdanig bestempeld kunnen worden. Door als gemeente niet te handhaven op de Beroepskracht Kind Ratio (BKR) van 2019, maar de BKR van 2018 aan te houden ontstaat ademruimte. Deze uitzondering zou wellicht voor korte tijd kunnen plaatsvinden en met inzetten van vrijwilligers of zijinstromers. Iets vergelijkbaars zien we ook bij de klasassistenten die het tekort in ons basisonderwijs dragelijk maken. We hopen dat deze tijdelijke noodmaatregel maar kort nodig zal zijn.
  4. Ten slotte een hand in eigen boezem, wij als ouders moeten samen met de KDV kritisch kijken naar de spreiding en flexibeler zijn om ook de woensdagen en vrijdag te vullen. Wij zullen in overleg treden met de KDV’s om te kijken naar de incourante dagen om te bekijken hoe meer plaatsen gecreëerd kunnen worden.

Graag sluit ik mijn inspraak af met de uitnodiging aan de wethouder om op korte termijn in gesprek te gaan samen met ouders, KDV ondernemers & vastgoedeigenaren om tot een werkgroep te komen om dit probleem gezamenlijk het hoofd te bieden.

Dank voor uw aandacht